Pluk 11 - Water

Vorig jaar heb ik vele goede dingen gehoord over Pluk de Nacht. Ik stelde me een landtong voor, een schiereilandje omgeven door water, vol met pizzatenten, biercampers en een groot scherm met goede films. Na de film zou het er vol staan met drinkende, rokende en lachende mensen, dansend op de soundtrack van een foute film. Ik heb mezelf plechtig beloofd om er dit jaar bij te zijn. Dus ik ging.

En alles is waar. Pluk de Nacht is te gek. Het Stenen Hoofd is omgetimmerd tot een klein Lowlands, de kraakdroom van elke vrijgevochte hippie maar tevens een plek waar de kantoorklerk prettig zijn dag kan afsluiten. Je eet er een crêpe, een hamburger of een huisgemaakt frietje. Er is fris, koffie, wijn en vooral Vedett. Voor een door jezelf te bepalen bedrag huur je een strandstoel en steun je de organisatie, maar je kan ook plaats nemen op het terras, de tribune of, en dat deed ík, in de VIP-loge onder de projector. Plaats voor een man of zes, dus wees er vroeg bij.

Water is fijn. Het strand. Een eiland. Ik ben graag in de buurt van open water. Het moet in de buurt zijn. Op fietsafstand. Ik zou niet goed gedijen in het midden van een continent. Pluk de Nacht is door water omgeven. Aan drie kanten afgesloten door water van het IJ wordt er een filmfeestje gegeven. Heerlijk. Rond negen uur stroomt het bouwterrein langzaam maar zeker vol, vindt het publiek het perfecte plekje voor zijn strandstoel, haalt een drankje en gaat voor de zekerheid nog een keer plassen.

Titelsgewijs kan je een openlucht filmfestival niet beter beginnen dan met de Duitse film ‘Über Uns Das All’, die vreemd genoeg onder haar Engelse titel wordt aangekondigd: ‘Above Us Only Sky’. Boven ons enkel lucht. De film is goed. De ietwat surrealistische omgeving nog beter. Vrijwel het hele Stenen Hoofd is bezaaid met diep in strandstoelen weggedoken filmliefhebbers. Schouder aan schouder zit men, onder dekentjes, te genieten van een niet zozeer gezellige, maar zeker indrukwekkende film.

Ik kom er nu niet onderuit de kleine kanttekening te maken dat dit alles zich afspeelde in de regen. Daar. Ik heb het gezegd. Het regende. Nu en dan was het eventjes droog, af en toe kwam het met geweld naar beneden. Het publiek werd overkoepeld door een bonte verzameling papraplu’s en poncho’s. Tijdens stille passages kon je het water horen afketsen op het vele aanwezige plastic. Schouders werden hoog opgetrokken en capuchons strak over hoofden gesnoerd.

Maar de regen mocht en kon de pret niet drukken. Het publiek bleef. Men liet het over zich heenkomen. Nou en? Een enkele dansende dwaas gehuld in slechts een T-shirt deed ons beseffen dat het allemaal zo erg niet was. We haalden nog een biertje. We staken er nog één op. We plukten de nacht, met boven ons enkel lucht. En water.


Deze mijmering verscheen eerder op www.plukdenacht.nl.