24Kitchen

Illustratie: Willemijn de Lint

“Stop!” roept ze opeens terwijl ze de afstandsbediening uit mijn hand probeert te slaan. Omdat we door een storing geen RTL kunnen ontvangen kan mijn dochter The Voice Kids niet zien en zappen we een rondje langs alle kanalen. Dat hadden we kennelijk al een tijdje niet gedaan, want nu zit ze opeens als door de bliksem getroffen rechtop op de bank en gebaart ze druk dat ik de afstandsbediening onder geen beding meer mag beroeren.
“24Kitchen!” roept ze extatisch uit. “Bij mama zit dat op tweeëntwintig, maar bij jou op eenentwintig. Ik heb er zo vaak naar gezocht.”
Even speel ik met de gedachte een opmerking te maken die de woorden ‘eenentwintig’, ‘tweeëntwintig’ en ‘doorzettertje’ bevat, maar ik houd me in. Ze is tenslotte tien jaar oud en nog niet erg bedreven in het herkennen van sarcasme.
“Oh, wow. 24Kitchen,” verzucht ze weer terwijl ze terugzakt in de bank.

Verbaasd kijk ik opzij. Ik had nog nooit van 24Kitchen gehoord, maar mijn dochter is totaal in vervoering en begint enthousiast te vertellen. “Ken je Jamie Oliver? Die maakt hele lekkere dingen. Hij doet Jamie’s School Dinners, Jamie’s 15 Minute Meals en Jamie At Home. Hij maakt ook Kerstprogramma’s en hij is de allerbekendste kok van de wereld.” Ik kijk nog eens goed, maar het lijkt toch echt mijn eigen dochter te zijn die plotseling volledig opgaat in culinaire vervoering. Ze praat over vlees en vis, over pasta en taarten.

“Het leukste vind ik Grenzeloos Koken met Giovanni, want die..”
“Wie?” stotter ik.
“Giovanni, want die heeft vaak Marco Borsato te gast, omdat hij de bassist is van Marco Borsato, en hij maakt vaak hele lekkere spaghetti’s.”
“Oh. Maar,” probeer ik haar bij te houden, “jij houdt toch niet zo van spaghetti?”
“Niet als jij het maakt, pap. Zonder vlees vind ik het niet lekker. Maar Giovanni maakt echt een schitterende spaghetti.”

Een schitterende spaghetti. Ze heeft het jargon al helemaal onder de knie. Straks begint ze nog over rijke sauzen en volle wijnen. Verward sta ik op om koffie te zetten. Voor de televisie gaat mijn dochter gewoon door: “Oh, pap, dit wordt heerlijk. Jamie maakt vis met ham op de barbecue met rozemarijn en thijm. Verukkelijk.”

Terwijl ik onder de afzuigkap een sigaret rook bedenk ik me dat een culinaire loopbaan haar prima zou passen. Ze houdt van lekker eten en weet precies wat ze wel en niet graag lust. Aangezien ik doorgaans vrij simpel kook en niet veel nadruk leg op het avondeten heeft ze waarschijnlijk al snel doorgehad dat ik geen goede bourgondische gesprekspartner ben. Die emoties bewaart ze dus kennelijk voor bij haar moeder.

Ik zie al snel de voordelen van een kok als dochter. Ze kan me uitleggen welke kruiden een pastasaus perfect maken, wanneer een soufflé inzakt en hoe je het beste brunoise kunt snijden. Misschien is straks de Hogere Hotelschool wel iets voor haar. De oefeningen. De uitprobeersels. Laat mij maar, pap, ga jij maar wat anders doen. In mijn hoofd ben ik al bezig met het maken van een strak tijdschema. Na school eerst een uurtje 24Kitchen en daarna helpen met koken. Laat haar maar leren. Laat haar maar experimenteren. Ik ruim wel op en af.

Snel schenk ik koffie en thee in en voeg mij weer naast haar op de bank. Ik zal er voor haar zijn. Ik zal haar steunen en stimuleren.
“Zo,” zeg ik met mijn meest enthousiaste stem. “Die ragout ziet er lekker uit. Wat zit er allemaal in?”
Ze haalt haar schouders op en zegt: “Geen idee.” Op haar schoot ligt een opengeslagen Donald Duck.

WD-40


Iedereen die ooit een druppeltje WD-40 nodig heeft gehad weet dat je geen druppeltjes WD-40 kunt kopen.

Illustratie: Willemijn de Lint
Voor diegenen die niet weten wat WD-40 is; WD-40 is een op olie gebaseerd wondermiddel dat werkelijk alles kan. Het is ooit gefabriceerd om roestvorming tegen te gaan in nucleaire raketten, maar het producerend bedrijf is er inmiddels achter dat het voor meer dan 2000 huis-tuin-en-keuken-klusjes te gebruiken valt. Als er iets piept: WD-40. Is er iets vastgelopen? WD-40. Gaat de sleutel niet meer in het slot? WD-40. Zelfs bij kauwgom in de kleding brengt het de oplossing. Ik vermoed dat je er ook insecten en kleine huisdieren mee kunt doden, maar dat staat nergens vermeld.

WD-40 komt in spuitbussen (zelf spreekt de fabrikant van flacons) en in de lokale ijzerhandel zijn de kleinere varianten meestal uitverkocht. Voor je ene druppeltje WD-40 kom je dus altijd thuis met een kwart liter WD-40. Je gebruikt het druppeltje WD-40 en de bus WD-40 verdwijnt in de schuur op een plank. Na zeven jaar heb je weer een druppeltje WD-40 nodig maar dan is de flacon WD-40 nergens meer te vinden. Zo gaat dat tenminste altijd bij mij met WD-40. Ik koop om de zeven, acht jaar een joekel-flacon WD-40.

Zo ook deze week.

Ik moest ruim tien minuten in de rij staan voor mijn flaconnetje WD-40 aangezien het ver in december was en de lokale ijzerhandel toevallig ook klappertjes verkocht. Kilo’s en kilo’s rotjes, vuurpijlen en fonteinen zag ik de toonbank overgaan, gevolgd door honderden euro’s in tegenovergestelde richting. Toen ik na geduldig en vreedzaam gewacht te hebben eindelijk aan de beurt was keken er ineens heel veel boze paren ogen naar me. Iedereen wilde zo snel mogelijk zo veel mogelijk trekrotjes en ik kwam om een busje WD-40? Kon ik dat niet een andere keer halen? Als, laat hen zeggen, de winkel eens een keertje niet volstaat met voetzoekerofielen? Ik hield volgens hen de boel nogal op.

Ik probeerde netjes uit te leggen dat ik een druppeltje WD-40 nodig had, dat deze winkel weliswaar geen kleine flaconnetjes WD-40, maar desalniettemin wel degelijk WD-40 verkocht, en dat ik daarom hier nu stond. Het viel mij niet aan te rekenen dat het pand op dit moment vol stond met fantasieloze, haastige milieuramptoeristen. Toch?

Men was het niet met mij eens. Oud en Nieuw was nu eenmaal Oud en Nieuw en traditie was nu eenmaal traditie, dus vuurwerk was nu eenmaal belangrijk en mijn behoefte aan een druppeltje WD-40 niet, dus die moest derhalve maar gewoon een dag of drie op de lange baan geschoven worden. Een grote, stoere en sterke (lees: gezette) man met grijze bakkebaarden en sporen van jarenlang Schuttersbiergebruik tikte me met de rug van zijn hand tegen de schouder.
“Wegwezen,” zei hij slechts.
Voordat de boel uit de hand kon lopen hief de winkelier zijn handen in de lucht en zei luid: “Mensen, mensen, ik help deze meneer gewoon aan zijn WD-40, dat duurt één minuutje en dan is de volgende aan de beurt. Geen probleem.”
De Schuttersbierdrinker snoof luidruchtig, sloeg zijn armen over elkaar en over zijn buik en bleef me nors maar nauwgezet aankijken. Ik moest vooral geen rare geintjes uithalen. Ik betaalde de winkelier en nam mijn bus WD-40 in ontvangst. De menigte begon te juichen en met nieuw enthousiasme naar voren te dringen, onderwijl exotische klappernamen tegen de winkelier roepend.

“Kijk,” zei ik tegen de Schutter. Ik wurmde het spuitrietje van de bus vanonder het plakbandje waarmee het tegen de bus aangeplakt zat en priegelde het in de dop. “WD-40 heb je soms gewoon nú nodig. Het is overal voor te gebruiken.” Om mijn woorden kracht bij te zetten spoot ik een flinke lading WD-40 in de kleine, toch al rood-doorlopen kraaienoogjes van de Schutter. Die reageerde daar vrij direct op. Schreeuwend ging hij door de knieëen. Tevreden stapte ik over hem heen de winkel uit. Wanneer ik thuis zou komen moest ik meteen de fabrikant maar even laten weten dat er wéér een nieuwe gebruikstoepassing voor WD-40 was ontdekt.

Topspul.