Illustratie: Willemijn de Lint |
Wat altijd leuk is in een trein of bus is mensen kijken. Toegegeven, het is vandaag de dag een stuk minder leuk dan pak ‘m beet vijf jaar geleden - iedereen zit nu met een uitdrukkingsloos gezicht over zijn of haar smartphone gebogen - maar het blijft aangenaam om mensen te observeren die dat niet in de gaten hebben. Krabbende of neuspeuterende mensen. Knikkebollende mensen. Jongens die heimelijk naar meisjes kijken en meisjes die zichzelf heimelijk in de reflectie van de ruit bestuderen, een haarlok net iets anders schikken, tevreden met het resultaat zijn en weer rustig achterover gaan zitten. Vrouwen die duidelijk geïrriteerd raken door het gedrag van hun zwetende buurman en onbewust steeds een klein stukje van ze weg schuiven. Mooie vrouwen die gewoon mooi zijn. Mensen die hetzelfde doen als jij en waarvan je er met een schok achterkomt dat ze jou al vijf minuten observeren.
Maar mensen kunnen ook vervelend zijn in de trein. Aan etende mensen, bijvoorbeeld, heb ik een hekel. Ik snap wel dat je trek hebt aan het einde van de dag, maar eet alsjeblieft je patatje pindasaus op voordat je een trein instapt. Alle dertig passagiers in de coupé hebben er last van. Ook naar zijn luid converserende mensen. Over duffe onderwerpen sprekende mensen. Oh ja? Achtertuin gekärcherd van het weekend? Wat een verschil. hè? Ongelooflijk hoe duidelijk je dat ziet. Of roddelende reizigers. Ik ken Floor niet, dus ik hoef niet te weten wat ze Ben heeft aangedaan. Je eigen persoonlijke ontboezemingen hoef ik ook niet te weten. Goh. Voetschimmel? Ja, lastig.
Ik vind de trein niet erg, maar na twintig minuten ben ik het zat. Twintig minuten is de perfecte reistijd. In de Verenigde Staten van Amerika is alles groter en ligt alles verder uit elkaar, dat weet ik wel, maar wie gaat er bij zijn of haar volle verstand nou naar een school die twee uur busreizen van je huis afligt? In The We and the I van Michel Gondry gaat een stel opgeschoten jongeren voor de laatste keer dat schooljaar naar huis. Met de bus. Het is vakantie. En die busreis duurt een film.
Je moet er niet aan denken. Als ze per bus naar huis gaan zullen ze ‘s ochtends ook zo heen gegaan zijn. Dat is vier uur per dag in een bus. Vier uur lang in een bus zitten met pestkoppen. Schreeuwende en flirtende testosteronbommetjes op de achterbank. Vier uur sms’en, treiteren en uit het raam kijken.
Ik weet niet of het in de V.S. gebruikelijk is zo lang te reizen naar school of werkplaats, maar ik hoop het van harte niet voor die mensen. Ik zou het niet vol houden. Mijn twintig minuten reistijd zijn over het algemeen ultieme rust. Mijn twintig minuten reistijd gaan niet gepaard met petsen op mijn achterhoofd en verbale mishandeling. In mijn twintig minuten reistijd eet men hooguit eens een patatje pindasaus onder mijn neus.
Met goede muziek is het wel een stuk pretttiger reizen. +1 voor de soundtrack, die voornamelijk uit rhymes van Young MC bestaat.