Pluk 13 - Dixi

Illustratie: Willemijn de Lint
Ze zijn broodnodig. Op muziekfestivals en sportevenementen. Bij de avondvierdaagse en de intocht van Sinterklaas. Bij demonstraties tegen de bezuinigingen van het kabinet en huldigingsfeesten voor het Nederlands elftal. Op bouwterreinen en braderieën. En dus ook op open air film festivals als Pluk de Nacht. Overal waar veel mensen tegelijkertijd aanwezig zijn - zeker als die mensen ook nog eens de beschikking hebben tot koud bier, hetzij versgetapt, hetzij uit een gekoeld flesje Vedett - zijn er Dixi’s te vinden.

De Prittstift, Maggi, Spa, de Walkman, Post-it’s, de Kliko en de Dixi. Het zijn allemaal producten waarvan we de merknaam als soortnaam hebben overgenomen. Zo’n plee heet gewoon een draagbaar toilet of toiletcabine, maar omdat Dixi Sanitary Services B.V. aan het einde van de jaren tachtig van de vorige eeuw de grootste leverancier van toiletcabines werd noemt iedereen ze simpelweg Dixi’s.

Vorige jaargangen van Pluk stonden er nog van die keurige wc-unit-aanhangwagens. Links de mannen, rechts de vrouwen. Prima was dat. Dus waarom nu de Dixi’s? Welnu, het Stenen Hoofd, het terrein waarop Pluk de Nacht gehouden wordt, is door de gemeente ergens in het afgelopen jaar van het riool ontkoppeld. Dixi’s dus.

Ik weet het niet met de Dixi. Aangezien ik gezegend ben met een penis geef ik de voorkeur aan een piskruis, maar de helft van de bevolking heeft die luxe niet, en ook ík ontkom er met meerdaagse festivals niet aan gebruik te maken van zo’n afgesloten cabine van 90 bij 90 centimeter, de blote billetjes slechts enkele centimeters boven liters en liters van menselijke uitwerpselen en chemische meuk.

Zo’n Dixi werkt ook teveel op de verbeelding, denk ik altijd. Iedereen heeft de filmpjes op internet gezien waarop op- en aangeschoten jongelui het geinig vinden om een Dixi omver te duwen, het liefst als die bezet is door een vriend of kennis. Ik ben iedere keer dat ik zo’n cabine betreedt bang dat op dát moment iemand zich bedenkt hoe leuk dat wel niet nu zou zijn. Je moet er niet aan denken. Alleen het omvallen in een ruimte zo klein en benauwd als een Dixi kan al behoorlijk wat schade opleveren, en dan moet je de ontlastingslawine nog over je heen krijgen. Als je al geen infectieziekte krijgt door een fecaal-orale besmetting dan loop je wel weken rond met ontstoken ogen en slijmvliezen van het brandende blauwe super-mr-Muscle-goedje waarmee de opslagtank enigszins reukvrij gehouden wordt. Voor mij als vegetariër is het zelfs extra erg, want waarschijnlijk hebben er tientallen, zo niet honderden vleeseters gepoept. Daar lig je dan met je goede gedrag tussen dubbelverteerde hamburgers, spare-ribs en shoarmarollen.

Een vriend van me heeft ooit eens op een muziekfestival zijn telefoon in een Dixi laten vallen. Om dat kleinood zou nu iedereen zijn schouders ophalen, nu zou men het een veredelde rekenmachine noemen, of een stuiternokia, maar toentertijd was mijn vriend zo ongeveer de enige in mijn naaste omgeving die in het bezit was van een mobiele telefoon. Dat zei je er vroeger nog bij: mobiele telefoon. Of nog erger: mobiele. Voordat de kleinoden mobieltjes werden genoemd, waren het mobielen. De taalhorror. Enfin, het was dus een prestigebezit, die telefoon. Mijn vriend ging op de knietjes en stak zijn arm door het gat totdat zijn neus slechts millimeters van de al de hele dag gebruikte wc-bril hing en woelde tot aan zijn elleboog in de mensenmassa. Al vrij snel had hij zijn dure speeltje terug, hetzij stuk. Had ik hem ook wel van tevoren kunnen vertellen. Hij heeft vier uur lang zijn hand en onderarm gewassen, maar je rook de chemische poeplucht nog steeds. Je wist het gewoon. Hij heeft drie weken niemand de hand hoeven en/of mogen schudden. Zijn telefoon heeft het, ondanks goed drogen, nooit meer gedaan.

Ik ben dus geen fan van de Dixi. Nooit geweest, gaat nooit gebeuren. Mocht je tijdens Pluk een lange slungel in een Dixi zien stappen, wáág het niet!