Engels bier

Na een prima vlucht - die we voornamelijk gebruikt hadden om te bepalen hoe lekker die blonde stewardess wel niet was en waarom haar borsten zo goed uitkwamen in dat blauwe blazertje - en na een vermakelijk busritje stapte we uit in Digbeth, het hart van Birmingham. Recht tegenover de bushalte stond het fonkelnieuwe HMV Institute waar we die avond een concert zouden gaan bijwonen van onze jeugdhelden Ned's Atomic Dustbin.

Eerst moesten we maar eens op zoek gaan naar een terras voor een welverdiend glas Engels bier en een typische Engelse lunch. Dat viel niet mee. Birmingham is niet bepaald een prachtige of bruisende stad te noemen. Het eerste café dat er enigszins 'gezellig' uitzag bleek een Frans etablissement te zijn. Vooruit. Gezeten in de zon en genietend van een Belgische Stella Artois kwamen we er achter dat Birmingham Camel-toe Capital of the World is. Vrijwel alle meisjes en vrouwen dragen er leggings. In Nederland is men geneigd om daar dan nog een rokje of jurkje over te dragen, maar hier was dat niet het geval. Flink strak en hoog opgetrokken worden ze er gedragen, de leggings. En dat waggelt daar dan maar in rond.

Nadat we de lunch, inclusief Aziatisch bier, genuttigd hadden in een oosterse voedselketen, de enige plek in het centrum waar het eten niet in vet gedrenkt was en waar er nog groente in te ontdekken viel, vatten we het geweldige idee om naar het stadion van Birmingham City te togen. We zouden een goede Engelse voetbalwedstrijd zien onder het genot van -uiteraard- Engels bier.
Illustratie: Willemijn de Lint

Na een wandeling van een stief kwartiertje bleken de Birmingham Blue's tegen Wigan te spelen. "Te gek," probeerde ik nog, onnozel als ik ben als het op voetbal aankomt, "dat wordt een leuke pot." Gelukkig konden mijn reisgenoten me vertellen dat het helemaal niet te gek was en dat we het Engelse equivalent van NEC-NAC zouden gaan zien. Maar ach, we waren er nu toch, dus waarom gingen we niet gewoon naar binnen? Precies op het fluitsignaal voor de aftrap kwamen we met grote vazen morsdood Australisch bier aan bij onze zitplaatsen, waar we meteen weer werden weggestuurd. Bier mocht niet mee op de tribune.

NEC-NAC eindigde uiteraard, zoveel weet ik dan er nog wel van, in nul-nul. Gaf niets. Na anderhalf uur met lege handen in een koud stadion te hebben gezeten was het prettig dat we weg konden. Onderhand hadden we nu toch wel echt een enorme dorst opgedaan en het zou ook geen slecht idee zijn iets te eten. Op de weg terug naar het centrum zouden we vast wel iets tegenkomen waar we terecht konden. Het was immers een flinke tippel.

Twee uur ronddolen later was het ons duidelijk dat er gewoonweg niets fatsoenlijks te eten viel. Op iedere straathoek zit een Subways en om de twee straten een McDonalds of Burger King en dat was het dan wel zo’n beetje. We besloten dus maar voor de Fish ‘n Chips te gaan in een Ierse pub vlakbij ons hotel*. Vrijwel direct wisten we dat we een kapitale fout begingen, maar we waren moe en hadden honger. Op de vraag “What do you recommend?” werd chagrijnig geantwoord: “I wouldn’t know. I never eat here myself.” Nu, terug in Nederland, weet ik nog steeds niet wat er slapper was: de friet of de vissticks. Of de zes doperwtjes. Dezelfde vraag geldt voor wat er het vetst was.

Onze verwachtingen waren geheel verdwenen, maar het HMV Institute bleek een schitterende zaal, inclusief prachtig Paradisobalkon. Ned’s Atomic Dustbin hadden er zin in (ze spelen nog maar één keer per jaar) en waren dus goed op dreef. Wij ook. We hadden onze fiducie terug. Ergo: bier. Aangezien de Engelsen bier haten proberen ze er zoveel mogelijk van in een plastic glas te krijgen. Geen schuimkraag dus. Laat het de Deense fabrikant maar niet zien. Bier morsdood krijgen vereist een zo laag mogelijke druk op de tap, wat weer resulteert in een hele lange taptijd. Omdat niemand continu wil wachten aan de bar bestelt iedereen de grootste variant, waardoor het inschenken uiteraard langer duurt en dus wacht iedereen lang aan de bar. Er werd ook fluoriserend blauw bier geschonken. Echt waar. Blauw. En fluoriserend. Ik wil het daar verder niet over hebben.

In Birmingham stelt Engeland niet veel voor. Het enige echt Engelse was er de troosteloosheid van alles. Goed, met uitzondering dan van het heerlijke, typisch Engelse ontbijt dat we de volgende ochtend voorgeschoteld kregen. Gezeten in voetbalstadionkuipjes onder TL-licht in een klein kaal pandje aan een drukke weg. Dat dan weer wel.

*Waar ik hotel zei moet jeugdherberg komen, waar ik jeugdherberg zei bedoel ik bouwval, stop.