Takkie


Toen ik een jaar of twintig was vatten een aantal vrienden en ik het idee om een verjarende gemeenschappelijke vriend te verblijden met een wandelende tak. Zelf had de jarige job in zijn gebrek aan bedrijvigheid wel iets wandelende-takkigs over zich, dus onze cadeau-keuze leek voor de hand liggend en verantwoord.

Bij de lokale dierenwinkel vroegen we of ze toevallig ook wandelende takken verkochten, en ja hoor, natuurlijk, dat was het geval.
“Doet u ons dan maar één wandelende tak, alstublieft,” zei ik. “Een beetje een mooie, als het kan.” Dat kon.
“Is dit wat?” vroeg de verkoper terwijl hij ons een behoorlijk stilzittend wandelend takje toonde. Goh, dus dit was nou een wandelende tak? Ja hoor, wij vonden het wel wat. Pak maar in.

Vervolgens gebeurde er iets dat me altijd is bijgebleven en waar ik af en toe nog altijd mee worstel. We moesten namelijk een kwartje betalen voor het diertje. Ik had heus niet verwacht dat een wandelende tak in de honderen guldens zou gaan lopen, maar een kwartje vond ik wel een erg karig bedrag om over een levend wezen te kunnen beschikken. Ongelovig als ik was begon ik toch zachtjes iets te prevelen over Gods schepselen die voor een beschamend laag bedrag van hand tot hand gingen.

Achteraf denk ik dat het toen en daar was, in die dierenwinkel, dat ik besloot om nooit meer iets te betalen voor een levend wezen. Mocht ik, later als ik groot ben, ooit de trotse eigenaar worden van een vijver in mijn tuin, dan vraag ik wat vissen aan een bevriende medevijverbezitter. Als mijn dochter op een gegeven moment per se een huisdier wil dan halen we ergens gratis een vuilnisbakkenras vandaan dat dringend een thuis nodig heeft. Er wordt onder geen beding grof geld betaald voor rasdieren. Vijfentwintig cent voor een dier is al meer dan genoeg geweest.

Eenmaal thuisgekomen deden wij het beestje in een plastic bakje waarvan we het deksel hadden doorboord met gaatjes voor de benodigde zuurstof.
“Blaadjes. Er moeten blaadjes in,” wist iemand te vermelden. Een ander rende naar buiten en kwam terug met een verscheidenheid aan tuinafval van de buren. Ziezo, het wandelende takje had een thuis.

De jarige was erg in zijn nopjes met zijn nieuwe huisgenootje. Wat een geinig beestje was dat toch, kijk nou, het was net een echt takje. Nadat wij hem erop gewezen hadden dat hij ook daadwerkelijk naar een echt takje zat te turen en dat zijn cadeau in de andere hoek van het tot terrarium omgedoopte plastic meeneem-chinees-bakje zat, werd het dier nauwkeurig bestudeerd. We kwamen er achter dat een wandelende tak, geheel volgens onze verwachtingen, inderdaad heel weinig deed. Met name wandelen leek niet zijn voornaamste hobby te zijn.
“Ik noem hem Takkie,” zei de kersverse diereneigenaar tenslotte. Dat vonden wij allemaal een prima naam voor het diertje.

Naar de tijd die het geduurd heeft dat het arme insect dood in zijn bakje heeft gelegen voordat zijn eigenaar er achter kwam dat het nu wel heel erg weinig deed kan ik slechts gissen, maar dat het niet goed zou aflopen met Takkie had ik in de dierenwinkel wel al kunnen vermoeden. Een wandelende tak is maar klein en doet niet veel, maar ik had er spijt van zo lichtzinnig met een levend wezen te zijn omgegaan.

Ach, stelde iemand me gerust, hij kostte maar een kwartje.
llustratie: Willemijn de Lint

Pasrobot


Onlangs werd ik via Twitter geattendeerd op een geweldige nieuwe uitvinding: de spijkerbroeken-pas-app. Nadat je eindelijk de juiste spijkerbroek hebt gevonden moet je normaal gesproken drie keer alle schappen doorpluizen om de voor jou juiste maat te vinden. Een winkel in Seattle heeft hierop iets gevonden. Alle spijkerbroeken hebben er een QR-code die je kunt scannen met je mobiel om vervolgens aan te geven wat je maten zijn. Even later krijg je een bericht in welke paskamer je broek klaar ligt. Past hij onverhoopt niet, dan kun je aangeven of er een maatje groter dan wel kleiner bezorgd moet worden.

Ik zou dat principe graag wat verder door willen trekken. Het grote nadeel van deze robot is dat je nog steeds geacht wordt om hoogstpersoonlijk in de winkel te verschijnen. In 2013! Waarom zou je niet online kunnen kijken naar een filmpje van een broek die gedragen wordt door een model met precies jouw maten? Of nog liever, want goedkoper, door een pasrobot met uitzet- en inkrimpbare billen en verstelbare boven- en onderbenen. Alles is online zo in te stellen dat je een kopie van jouw eigen onderstel ziet in om het even welke spijkerbroek. Kijk, dan ben je lekker innovatief bezig. De Ikea-keukenplanner, maar dan voor je kont.

Nu dient deze toepassing - thuis nieuwe broeken passen in je favoriete joggingbroek - natuurlijk slechts het gemak, maar de alle-maten-billenrobot heeft een veel grotere bijkomstige betekenis voor de mensheid. Deze uitvinding redt relaties. Je hoeft nooit meer het foute antwoord te geven op de vraag van je partner of ze een dikke reet heeft in deze broek; je kunt haar probleemloos doorverwijzen: kijk zelf maar even online wat je ervan vindt. Geniaal.

Okee. Goed. Ik geef toe dat dat alleen voor mannen zo zou werken. Voor een man is meten weten. Dát zijn de maten, dus zó zit de broek. Logisch. Een vrouw denkt daar anders over. Een vrouw heeft een kuiltje, rolletje of ander heel specifiek dingetje op een cruciaal plekje ergens op haar unieke bips waardoor ze een broek écht bij haar aan moet zien. Ze heeft nu eenmaal geen standaardkont, dat begrijp je zelf ook wel. Allemaal onzin natuurlijk, maar als een vrouw haar zin niet krijgt stopt de wereld met draaien, dus de fully-customizable-ass© lijkt me nu al geen overbodige toevoeging voor de online-broekpasser 2.0.

We denken even verder. Ook voor de man die zijn vrouw graag een spannend setje lingerie kado wil doen is een dergelijke innovatie een uitkomst. Een lingeriezaak inlopen staat bij de meeste mannen vrij hoog op het lijstje ‘ongemakkelijke situaties’, maar ook online is het allemaal niet gemakkelijk. Hoe vaak zal het niet zijn voorgekomen dat een man de postbode kwijlend staat op te wachten voordat blijkt dat de borsten van zijn partner echoënd rondslingeren in de enorme leegte van de veel te groot en veel te optimistisch aangeschafte bh?

Tada! De online-bustehouderpasser. Volledig in staat de borsten van uw partner te reproduceren. Natuurlijk is het voor de gemiddelde man al een heel gedoe om achter de juiste maten van zijn vrouw te komen zonder het direct te vragen, en uiteraard duurt het vervolgens nog minstens driemaal zo lang voordat hij is uitgespeeld met het invoeren van buitenaardse Pamela Anderson-maten op een scala aan miniscuul ondergoed, maar uiteindelijk vind hij vrij probleemloos een juistpassend setje. Hij hoeft alleen nog maar bang te zijn dat zijn vrouw hem een seksistische boer vindt omdat hij het meest hoerige setje heeft uitgekozen dat zij zich kan bedenken.

Er zijn legio toepassingen voor de online kledingpasser te bedenken. De man kan met behulp van zijn kilo-per-jaar-berekening kijken hoe hij er over tien jaar uit zal zien en er schouderophalend achterkomen dat het allemaal wel meevalt. Een zwangere vrouw kan alvast even gluren naar haar omvang (ohmygod!) omstreeks de negende maand.

Ik, man zijnde, ben er helemaal klaar voor.
llustratie: Willemijn de Lint