Pop

Mijn dochter heeft voor haar verjaardag een pop gekregen. Een pop is allang geen van gevulde, aan elkaar geregen lappen stof gefabriceerd mini-mensje met een wollen knot haar en knoop-ogen meer. De moderne, plastic pop heeft een functie. Er zijn poppen die huilen, poppen die slapen en poppen die plassen. Dat weet iedereen. Mijn dochter heeft nu een pop die ziek wordt en dus weer beter gemaakt moet worden. Ze wilde deze specifieke pop graag hebben, want een ziek kind heeft voornamelijk liefde nodig en liefde heeft ze in overvloed beschikbaar.

Illustratie: Willemijn de Lint
De pop wordt onder andere geleverd met flesjes medicijn, spuitjes en een stethoscoop, maar - uiteraard - zonder batterijen. Als het hele huis overhoop ligt, maar er voldoende batterijen voor de pop zijn gevonden kan het spel beginnen. De pop gaat op ‘on’ en ja, hoor, de wangetjes kleuren rood en het wichtje begint te schreien. Hartstikke ziek, dat arme kind. Zielig.

“Ach, lieverd,” fluistert mijn dochter. “Ben je niet lekker?” Het doodzieke stuk plastic antwoordt slechts met gehuil, dus krijgt het eerst medicijn toegediend en vervolgens een heerlijke fles melk. Gulzig wordt alles in-het-nep naar binnen geschrokt, maar zodra de fles voorzichtig uit de mond genomen wordt begint de pop weer te huilen. Echt goed ziek, dus. Zielig, hoor.

Als mijn kind flink geëxperimenteerd heeft met verschillende medicijnen en volgorden waarin die toegediend moeten worden lukt het haar. De rode kleur verdwijnt uit de wangen van de pop, die vervolgens heerlijk rustig gaat slapen. De kleine mama is trots en haalt opgelucht adem. Missie volbracht. Zo zie je maar, met een beetje geduld en een hoop liefde is alles op te lossen.

Maar ja. Een pop die ziek wordt zodat je hem weer beter kan maken is nu eenmaal een pop die ziek wordt zodat je hem weer beter kan maken, dus verdomd als het niet waar is, na vijf minuten is de pop alweer zo ziek als een hond. Zielig, joh.

“Hoe kan dat nou, lieverd? Ben je nou alweer ziek?” Gesterkt door haar zojuist verworven ervaring in het genezen van plastic poppen gaat mijn dochter wederom aan de slag met flesjes en thermometers. Al gauw gaat het de kleine plastiekerd weer veel beter, en al net zo gauw is het weer doodziek. De liefdevolle praatjes van moeder veranderen in vrij rap tempo van toon. “Stil maar, schatje” schiet via “Stil nou!” naar gefrusteerde uitroepen. “HOU NOU OP MET HUILEN!” komt een paar keer voorbij, en ook “IK WORD GEK VAN JE!” hoor ik meer dan eens.

Ik vind het geniaal. Een pop-die-ziek-wordt-zodat-je-hem-weer-beter-kunt-maken is het beste anticonceptiemiddel bedenkbaar. Wrijf het er maar op lekker vroege leeftijd in: kinderen zijn hinderen en er komt nooit een eind aan. Dat jankt maar en dat jankt maar. Iedereen zou zijn of haar kinderen minstens één keer moeten laten spelen met een pop-die-ziek-wordt-zodat-je-hem-weer-beter-kunt-maken. Overheden over de hele wereld zouden de pop-die-ziek-wordt-zodat-je-hem-weer-beter-kunt-maken moeten subsidiëren, zodat verzekeringsmaatschappijen de pop-die-ziek-wordt-zodat-je-hem-weer-beter-kunt-maken kunnen vergoeden uit de ziekenkostenverzekering. Geloof me, binnen drie generaties zijn we van het wereldoverbevolkingsprobleem af. Relatief goedkoop en geheel vrijwillig.

Maar zover is het nog niet. Voorlopig heb ik nog medelijden met mijn tot wanhoop gedreven dochter. Ten einde raad probeert ze haar kind in slaap te wiegen. Dat gaat er vrij ruw aan toe. Net als de pop lijkt te gaan overlijden aan Shaking Baby Syndrome krijgt mijn dochter echter een idee. Het is een goed idee en het lost al haar problemen op.

Heel even voel ik een steek van jaloezie, want toen zijzelf zo klein was als de pop-die-ziek-wordt-zodat-je-hem-weer-beter-kunt-maken die op haar schoot ligt nu is had ik mooi geen beschikking tot een ‘off’-knop.