Voorpret

llustratie: Willemijn de Lint
Voorpret wordt overgewaardeerd. Zwaar. Misschien ben ik die mening aangedaan doordat ik vrijwel geheel gespeend ben van het fenomeen, maar feitelijk is voorpret, geheel tegen de benaming in, niets dan doffe, onnozele ellende.

Ik doe er niet aan. Voorpret. Heb ik zin in de vakantie? Ja, hoor. Nog niet zo over nagedacht, eigenlijk. Weet ik al welke acts ik per se wil zien op Oerol? Nou, van één of twee weet ik het wel, denk ik. Ik moet het programma nog even goed doornemen. Komt goed.

Mijn gebrek aan voorpret komt begrijpelijkerwijs op een flink aantal mensen over als ongeïnteresseerd, egoïstisch en emotioneel incapabel, maar feitelijk is het gewoon reuzehandig. Wat heb je er nou echt aan om vijf maanden voor die geplande wereldreis al bloedzenuwachtig door het huis te lopen en lijstjes te maken van dingen die je absoluut niet mag vergeten mee te nemen? Natuurlijk zou ik best iets eerder kunnen beginnen met het plannen van de reis dan op de ochtend van vertrek en bedenken wat ik allemaal wil zien voordat ik op mijn bestemming aankom, maar het scheelt me wel een hoop stress en daarmee uiteindelijk misschien, waarschijnlijk zelfs, jaren van mijn leven. Nu jullie weer, met jullie voorpret.

Voorpret bestaat uit twee componenten: het verheugen en de stress. Het verheugen lijkt uiteraard leuk, maar kan nooit bestaan zonder de stress. ‘Ik heb er zin in’ is namelijk hetzelfde als ‘ik hoop dat het leuk wordt’. Hoe meer je je verheugt, hoe leuker het uiteindelijk moet worden om aan de verwachtingen te kunnen voldoen, dus hoe groter de kans op een teleurstelling. Dat is geen zwartkijken, dat is geheel wiskundig te onderbouwen.

Bovendien heeft voorpret verdacht veel weg van zelfbedrog. Je hebt er zin in, weet al precies hoe je het gaat aanpakken, wat je zal zeggen en doen, maar uiteindelijk blijkt alles toch heel anders te lopen dan verwacht en daar sta je dan met je plannen. Alles heeft vorm gekregen in je hoofd, maar je hoofd is stom en heeft zelden gelijk. Zoals het moeilijke gesprek dat je moet gaan voeren en je al zo vaak in je hoofd hebt geoefend dat je precies weet wat je moet gaan zeggen, hoe je moet reageren op de andere partij, dat je allang weet hoe die daar weer op reageert en je ook daar een antwoord op hebt, en waarvan op het moment supreme blijkt dat een en ander net even iets anders ligt dan je had gedacht, waardoor het voorwerk nutteloos blijkt en je derhalve alsnog zal moeten improviseren, zo ook gaat het met voorpret. Je weet van tevoren al welk meisje je zal aanspreken op het schoolfeest en hoe je haar gaat zoenen; in de praktijk heeft ze geen oog voor je. Je ziet jezelf al met een ijsje op een zonovergoten Piazza Navona staan terwijl het er bij aankomst regent dat het giet. Je verheugt je op een lang en gelukkig leven samen, maar al na twee maanden ligt ze met een ander in bed. Voorpret is vragen om een klap voor je bek.

Het is veel verstandiger je geen voorstelling te maken van het verloop van het feest, de vakantie of de gelaatstrekken van je ongeboren kind. Teleurstellingen worden voorkomen en prettige verrassingen staan in het verschiet. Want zo is het ook. Als je niets verwacht kan het alleen maar meevallen. De hoopvol meegenomen condooms komen na thuiskomst vrijwel altijd weer onaangeroerd uit de toilettas tevoorschijn, maar laat ze thuis en je hebt ze binnen mum van tijd nodig. Vergeet de voorpret en laat je verrassen. Pluk de dag en pluk morgen morgen.

John Lennon had - en dat zeg ik niet graag - volkomen gelijk, want wat hij eigenlijk zei was: ‘het leven is wat gebeurt terwijl je voorpret hebt’.