Natuurwet

Er wordt op het moment druk gespeculeerd of Einstein het met zijn relativiteitstheorie bij het verkeerde eind heeft gehad. Dat de snelheid van het licht wel degelijk overschreden kan worden. Het zou grote gevolgen hebben voor de natuurkunde. Alles moet op de schop. Of het deze keer bewezen gaat worden weet ik niet, maar ooit waarschijnlijk wel.

Wat als Einstein nu had rondgelopen bij CERN? De mogelijkheden! Maar ook dan zouden zijn bevindingen uiteindelijk overtroffen worden. Hoe verder in het heelal men kan kijken, hoe dichter op de kern van een atoom, des te meer nuances zullen er gevonden worden. Dat staat nooit stil. Die Ouwe Albert had het niet per se fout, hij zat er gewoonweg met zijn snufferd niet dicht genoeg op. Zijn telescoop was te zwak. Onze achter-achter-achter-kleinkinderen lachen zich waarschijnlijk een beroerte om Einstein, met zijn haar, zoals wij lachen om die sukkels die dachten dat de aarde plat was. Er is echter één natuurwet die nooit overbodig zal blijken, niet genuanceerd kan worden.

Er moet geneukt worden.

Laat dat nou net de natuurwet zijn die de hele boel in het honderd stuurt. De belangrijkste drijfveer voor mens en dier is de Totstandhouding Van De Soort. Voor het voortbestaan van het ras moeten er geneukt worden. Om de soort sterk te houden moeten we de beste (lees: lekkerste) partner(s) aan de haak slaan. Een gezonde, atletische vrouw met brede heupen is goed in staat gezonde kinderen te baren. Een dominant alfamannetje geeft met zijn zaad een grotere kans op een topkind dan een onderdanig, miserabel pestventje. Vandaar de Playboy en de Coca-Cola Light break.

Vreemd genoeg zorgt de Totstandhouding Van De Soort er niet voor dat de kneuzenmodelletjes zich terugtrekken uit de strijd om de beste sekspartner. Dat zou een hoop problemen voorkomen. Au contraire. Voor het neuken doen we alles. Voor het neuken moeten we succes hebben, willen we een grotere auto, grotere tieten. Om te kunnen neuken kammen we ons haar, gaan we basgitaar spelen. We moeten opvallen en beter zijn dan de rest. “Jazeker, schatje, ik zit in een band.” Als dat allemaal niet lukt dan doen we alsof. We liegen dat we barsten. Op internet-datingsites en facebook plaatsen we onze charmantste foto van tien jaar geleden in ons profiel. Speciale vrijgezellenbars zitten ieder weekend tot de nok toe gevuld met geile achtergestelden die doodgemoedereerd rondjes en dus geld uitgeven alsof het water is; deze week maar weer witte bonen in tomatensaus op geroosterd brood. Het is belachelijk. Eén groot vlooiencircus.
Illustratie: Willemijn de Lint


Dolkomisch is ook dat we er niet mee stoppen als blijkt dat het allemaal uit de hand loopt. Deze week is de zeven miljardste wereldburger geboren. De aarde barst uit zijn voegen van de overbevolking maar wij neuken en baren gewoon stug door. Het verstand en het hart lopen niet in gelijke tred. In China zegt het verstand van de regering dat iedereen het bij één kind moet laten, maar dat betekent niet dat het onderbuikgevoel van de gemiddelde Chinees daar rekening mee houdt. Ook in het westen stoppen we niet met seksen als we het beoogde aantal kinderen bij elkaar geneukt hebben. De Totstandhouding zit zo diep in onze genen dat we niet kunnen en willen ophouden. De Totstandhouding zal ironisch genoeg uiteindelijk onze ondergang betekenen. We gaan aan onze eigen geilheid kapot. Seks voor de mens is de meteoriet voor de dinosauriërs.

Einstein zou zelf ook niet bepaald vies zijn geweest van een buitenechtelijke relatie hier en daar. Die deed ook maar. Of ooit bewezen wordt dat de snelheid van het licht toch niet de hoogst haalbare is moet nog maar blijken, maar de belangrijkste natuurwet had Einstein heel goed door. Knappe vent.